Babyfysio 0 – 2 jaar
Baby’s en peuters kunnen worden geholpen met fysiotherapie. Hieronder treft u enkele hulpvragen die bij uw baby of peuter van toepassing kunnen zijn.
Vraag het Babyfysio
Staat er geen hulpvraag bij die voor uw kind van toepassing is, neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op!
Bel 013 – 570 40 20 of mail naar info@kinderfysio.nl
Hulpvragen
- Mijn baby is te vroeg geboren
- Mijn baby heeft een afgeplat hoofdje
- Mijn baby draait zijn/haar hoofdje altijd dezelfde kant op
- Mijn baby ligt vaak in een kromme houding (banaantje)
- Mijn baby beweegt een armpje minder of niet
- Mijn baby huilt vaak ontroostbaar
- Mijn baby blijft achter in zijn/haar motorische ontwikkeling
- Mijn baby wil niet rollen, zitten, opstaan, los gaan lopen
- Hoe kan ik mijn baby stimuleren in spel en motoriek?
- Mijn baby gooit alleen maar met speelgoed
- Mijn baby schuift zich op de billen voort
Specifieke behandelindicaties bij zuigelingen
Voorkeurshouding,
zwakke hoofdbalans ( hoofdje hangt naar links/recht of voor/achter )
Afgeplat hoofdje ( asymmetrische zuigeling )
Lees verder >
Heeft uw baby een voorkeurshouding of een afgeplat hoofdje, asymmetrie in het gezicht, scheefstand van het hoofd of de oortjes ? Maak dan een afspraak of stel uw vraag via het contact-formulier.
Dit kunnen we voor u doen :
Wij zien veel kinderen die door een voorkeurshouding een afplatting van het hoofdje hebben ontwikkeld. Deze scheve hoofdjes zijn vaak zeer goed behandelbaar. Het is belangrijk om hier zo snel mogelijk mee aan de slag te gaan.
Om het effect van de behandeling goed te volgen, kan op een betrouwbare manier de afplatting gemeten worden. Uw kind ondervind hier geen hinder van. Deze methode heet Plagiocephalometrie (PCM) en is een recent ontwikkelde, betrouwbare meetmethode.
Schedelmeting bij baby’s, hoe werkt het?
Met PCM wordt met behulp van een bandje thermoplast een nauwkeurige afdruk gemaakt van de omtrek van de schedel. De PCM-ring sluit goed aan op de hoofdhuid en behoudt zijn vorm wanneer deze van het hoofd wordt gehaald. Daarna kan er met dit bandje een goede berekening gemaakt worden, zodat we een duidelijke indicatie krijgen over de ernst van de afplatting van de schedel. Tussentijds kan op deze manier de vermindering van de afplatting goed in beeld worden gebracht. Hierdoor kunnen we het behandelplan nog gerichter afstemmen/aanpassen op de behoefte van het kind.
Wilt u meer weten of bent u doorverwezen?
Neem gerust contact op via email info@kinderfysio.nl of telefonisch: 013 570 40 20 / 06 14374624
Bijzondere voortbewegingsvormen
Billenschuiven, tenengang
Motorische achterstand
Zuiver motorisch of als onderdeel van een algehele achterstand
Onrustige baby’s en dreumessen
Prikkelverwerking: steeds meer baby’s en dreumessen blijken overgevoelig voor prikkels, wat ze horen, zien en voelen. Baby’s zijn net een “spons”: alle indrukken komen keihard binnen, er is nog geen filter zoals volwassenen dat hebben ontwikkeld. Baby’s kunnen daardoor snel onder de indruk zijn, alles is immers nieuw. Babyfysio geeft advies en begeleiding over wat de gevoeligheid voor prikkels is en hoe je je kindje hiermee kunt helpen.
Interesse?
Meld je baby of dreumes aan voor: PrikkelGym
Huilbaby
Prikkelverwerkingsproblemen,
bewegingsonrust, reflux,
gespannen en overstrekken
Hypotone zuigeling
Een slappe baby
Te vroeg geboren kinderen (prematuren)
Erbse parese (OBPL)
Verlamde arm ontstaan na een moeizame bevalling
Orthopedische problemen
Gebroken sleutelbeentje, heupdysplasie
Vroeg signaleren is beter voor NU en LATER
Niet voor alle baby’s/peuters is het vanzelfsprekend dat de motorische ontwikkeling goed verloopt.
Bepaalde signalen kunnen worden gezien als een vertraagde of belemmerende ontwikkeling, zoals:
- Armbewegingen van de baby lijken zeer ongecontroleerd
4 maanden*
- De baby kan in zithouding het hoofd niet stabiel rechtop houden
5 maanden*
- De baby kan in buikligging het hoofd niet oprichten en om zich heen kijken
6 maanden*
- De baby kan een voorwerp niet overpakken van de ene in de andere hand
8 maanden*
- De baby pakt geen speelgoed of grijpt vaak mis
8 maanden*
- De peuter heeft een slappe spierspanning;
het kind lijkt een ‘zoutzak’ als hij ergens wordt neergezet
15 maanden*
- De peuter heeft een te hoge spierspanning; bij de peuter zijn
constant bewegingen waar te nemen en lijkt niet tot rust te komen
15 maanden*
- De peuter kan nog niet los lopen
20 maanden*
- De peuter kan niet zelf op een laag stoeltje gaan zitten
24 maanden*
- De peuter kan de trap niet opklimmen met hulp van de leuning
24 maanden*
- Van een verhoging van 20 cm stappen is nog niet mogelijk
24 maanden*
- De peuter kan geen bal vooruit schoppen
24 maanden*
* Indicatieve leeftijdsgrens waarop een baby/peuter de vaardigheden beheerst
Motorische vaardigheden
Het ontwikkelen van motorische vaardigheden begint direct na de geboorte.
Al in de eerste 2 jaar kun je een baby/peuter stimuleren om te bewegen.
De hierna volgende ‘basis bewegingen’ zijn een belangrijke eerste stap in de motorische ontwikkeling.
Hoofdcontrole
Wanneer een pasgeboren baby op de rug ligt, zal het hoofdje altijd naar links of rechts draaien.
Naarmate de nekspieren sterker worden (vanaf ongeveer 6 weken), leert het:
- Recht vooruit te kijken in ruglig
- Het hoofdje op te tillen in buiklig
- Het hoofdje al een tijdje rechtop te houden in zit (rond 3 maanden)
Buiklig
Omdat baby’s niet meer op de buik mogen slapen is het belangrijk ze regelmatig onder toezicht op hun buik te leggen. Ook het stabiel liggen op de zij (onder toezicht) is een belangrijk ontwikkelingsstapje.
Hiermee ontwikkelen ze de nek- en rugspieren om zich op te richten tegen de zwaartekracht. Als een baby goed op zijn buik kan blijven liggen, kan het de volgende ontwikkelingsstap maken: het reiken en omrollen.
Reiken
De handen hebben een waarnemings- en een contactfunctie. Een pasgeborene heeft gesloten vuistjes.
Dit wordt veroorzaakt door de grijpreflex. Deze verdwijnt gedurende de eerste 3 maanden.
Het leert de handen samen te brengen boven de buik en kan zo met de eigen vingers spelen.
Je baby kan soms de handen minutenlang bestuderen en bewust dingen vastpakken.
Je kent het wel: opeens moet je haar in een staart, grote oorbellen uit en kettingen af voor je veilig je baby op schoot kunt nemen. Door dit betasten gaat je baby dingen begrijpen. Het krijgt in kleine stapjes en met de hulp van de ouders steeds meer controle over de bewegingen.
Eerst slaat het in de richting van of naar een voorwerp. Daarna lukt het beter om echt een voorwerp te grijpen. Een kind kan steeds beter een speelgoedje dat boven hem hangt of voor hem ligt, pakken zonder veel te mikken. Vanaf 4 à 5 maanden is een baby in staat dingen goed te grijpen.
- Tussen 3 en 6 maanden leert een baby een voorwerp te grijpen en vast te houden
- Tussen 5 en 9 maanden kan het al 2 voorwerpen vasthouden
- Tussen 8 tot 14 maanden kan het 3 voorwerpen vasthouden
- Tussen 6 en 9 maanden leert een baby om een voorwerp van de ene hand in de andere hand over te pakken en rond te draaien
- Het gebruikt steeds meer de vingertoppen
Een baby gaat voorwerpen verder verkennen door gebruik te maken van zijn fijne motoriek:
- met de vlakke hand tegen dingen slaan
- voorwerpen tegen elkaar slaan
- voorwerpen opzettelijk laten vallen
- een handje in een beker stoppen
De interesse van een baby voor details bereikt een hoogtepunt op 9 à 12 maanden. De meeste baby’s kunnen nu met de toppen van duim en wijsvinger een klein voorwerp zoals een kruimeltje of een rozijn oprapen.
Het gebruik van duim en wijsvinger op deze manier, noemen we de pincetgreep. Vanaf 12 maanden zal een baby fijnere bewegingen met zijn handjes kunnen uitvoeren. Het kan al:
- deksels openen en sluiten
- pagina’s van boeken omslaan
- voorwerpen in een doos stoppen en er weer uithalen
- muziek maken door lepels tegen elkaar te slaan
- autootjes voortduwen
- met een potje in een emmer zand scheppen
- een toren bouwen (een 7-tal blokken rond 2 jaar)
- een ketting met grote kralen rijgen (rond 18 maanden)
- ringen op een stok schuiven
Rond 18 maanden leert een peuter een vork gebruiken om te eten. Het kan stukjes opprikken en afhappen.
Toch is het nog lastig om de vork, vastgehouden in zijn volle vuistje, naar zijn mond te brengen. Als het kan, eet een peuter nog graag met zijn handen.
Als een peuter 2 jaar is, begint het te tekenen vaak als een toevallige ontdekking.
Een peuter merkt dat er met een potlood iets op het papier achterblijft.
Het met opzet ‘krassen’ begint.
Meestal begint een peuter met het maken van horizontale krassen. Pas daarna begint het verticale krassen op en neer te maken en daarna tekent het krassen in het rond.
Rollen
Door de kracht die je baby opbouwt wanneer het leert omrollen, kan het wanneer het ongeveer 8 maanden oud is zelfstandig rechtop zitten. Omrollen is een begin van voortbewegen en het begin van de ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie t.o.v. de omgeving.
Kruipen
Vanaf 5 à 10 maanden verplaatst een baby zich op een of andere wijze: schuivend op de buik, kruipend of schuivend op het zitvlak. De meeste kinderen gebruiken eerst het tijgeren. Hierbij blijft de buik in contact met de vloer, terwijl de armen en de benen bewegen om vooruit te komen. Geleidelijk wordt deze manier vervangen door het kruipen op handen en knieën. Sommige baby’s starten vroeger, andere later:
-
- ongeveer 7 % begint te kruipen op de leeftijd van 5 maanden
- ongeveer 5 % begint te kruipen op de leeftijd van 10 maanden
Vanaf het moment dat het kan kruipen, gaat de baby zijn omgeving verkennen. Bij kruipen worden vrijwel alle spieren gebruikt. De coördinatie en evenwichtsreacties worden goed geoefend, wat belangrijk is voor het leren lopen. Sommige baby’s slaan het kruipen over en beginnen meteen te lopen. Tussen 9 en 12 maanden wordt het kruipen sneller en efficiënter.
Kruipen is goed voor:
-
- de coördinatie
- de armspieren
- de heupen
- de motorische ontwikkeling
Er bestaan verschillende manieren om het kruipen te stimuleren:
-
- Zorg voor voldoende ruimte en maak tijd vrij om het kruipen aan te moedigen. Geef complimentjes
- Zet je baby niet de hele dag in een zitje. Een paar uur speeltijd op een speelkleed of in de box is erg belangrijk
- Kruipen kun je ook uitlokken. Leg iets spannends buiten bereik. Als je baby het graag wil hebben, zal hij proberen zich te verplaatsen in de richting van het voorwerpn
Respecteer het tempo van je kindje. Sommige baby’s zullen eerst achterwaarts schuiven voor ze door hebben hoe ze zich voorwaarts moeten verplaatsen. Dit kan erg frustrerend zijn voor je baby. Hevige emoties en woedeaanvallen zijn niet uitzonderlijk. Blijf rustig en probeer het later gewoon nog een keer.
Advies en informatie
Maak je je zorgen over de motorische ontwikkeling van je baby, maak dan gerust een afspraak.
Zitten
Zitten met steun
Heel wat baby’s kunnen al rond 3 à 6 maanden even zitten met steun in de rug. Ze houden hierbij hun hoofd al goed in balans. Rond 6 maanden vinden baby’s het leuk om vanuit rugligging met de handen overeind te worden getrokken. De baby zal het hoofd zelf rechtop houden en zelf flink meetrekken. De meeste baby’s leren stevig zitten rond 6 à 9 maanden, zeker met enige steun. Forceer een baby niet door het (met steun) lang te laten zitten.
Zitten zonder steun
Meestal leert een baby zitten zonder steun rond 6 à 11 maanden. De baby kan het hoofd hierbij mooi in balans houden en met gestrekte rug zitten.
Terwijl het zit, kan het spelen met speelgoed. Een baby vindt het ook fijn om mee aan tafel te zitten in de kinderstoel. Door het zitten worden de mogelijkheden van de handen groter. Voordat de baby zover is dat het los kan zitten, moet aan drie voorwaarden zijn voldaan:
- In elke lichaamshouding het hoofdje rechtop kunnen houden
- De heupen vrij kunnen buigen
- De romp actief kunnen draaien
Zit Tips!
Zitten vindt je baby leuk omdat hij in die houding weer een nieuw stukje van zijn wereld te zien krijgt. Dit kan alleen als zijn rugje er sterk genoeg voor is of als hij goed gesteund kan zitten en als hij niet te lang hoeft te zitten.
Vanaf 6 weken kan je je baby af en toe in een babyzitje laten zitten. Zitten vindt je baby leuk. Maar te lang en te veel zitten vindt je baby niet fijn. Skelet en spieren zijn daarvoor nog te weinig ontwikkeld. Voor een jonge baby is zitten vermoeiend. De ideale zittijd in de eerste 4 maanden is 15 tot maximaal 30 minuten per dag. Slapen in een zitje is af te raden.
Vanaf 3 à 6 maanden is de hoofdbalans al beter ontwikkeld. Ze vinden het leuk om even rechtop te zitten. Ze hebben nog wel veel steun nodig in hun rug. Jouw lichaam is de beste steun. Neem je baby op je schoot en laat hem met je rug tegen jouw buik of arm leunen. Je kunt je baby een speelgoedje in zijn handjes geven of voor je op tafel te leggen.
De meeste baby’s leren stevig zitten rond 6 à 9 maanden, zeker met enige steun. Forceer je baby niet door hem te lang te laten zitten.
Wipstoeltje
Baby’s hoofdje moet goed gesteund zijn. Het materiaal van de rugleuning moet stevig zijn, maar tegelijk ook soepel meegaan met de bewegingen van je baby. Als je ervoor zorgt dat zijn bekken mooi recht in het zitje zit, dan is dit voor hem de meest comfortabele zithouding.
- Wissel zitten af met spelen op de buik of op de rug
- Laat je baby maximaal een half uur in dezelfde positie spelen
- Laat je baby nooit onbewaakt in zijn zitje achter en zet het niet op de tafel (jonge baby’s kunnen zich zeer onverwacht van de tafel wippen)
Ondersteunend zitje
Een ondersteunend zitje (type Bumbo), is zo gevormd dat je baby kan zitten zonder om te vallen. Je baby moet zijn hoofd goed stevig kunnen rechtop houden en al goed kunnen zitten met steun. Net als in het wipstoeltje is het belangrijk om je baby niet te lang in dit zitje te zetten.
Autozitje
Het autozitje (type Maxi Cosi) is het beste en veiligste zitje voor je baby in de auto. Omdat de vorm en het materiaal ontworpen zijn om je baby maximaal te beschermen bij een auto-ongeval, zijn deze zitjes veel minder geschikt voor de dagelijkse zitmomenten thuis. De rug is te hard en te weinig meegaand.
Staan
Wanneer je een baby van 6 à 9 maanden bij de armen vasthoudt, kunnen de beentjes het gewicht even dragen. Sommigen baby’s trekken zich rond 9 maanden al op tot stand. Wanneer de baby dit doet, beweegt het zich eerst van zitten naar knielen.
Dan grijpt hij iets vast en trekt hij zich recht en begint op dat moment ook zijwaarts langs de meubels te stappen. Een kind zal leren om van de vloer af helemaal alleen rechtop te gaan staan tussen 12 en 18 maanden.
Lopen
De meeste baby’s/peuters leren lopen aan de hand tussen 12 en 15 maanden.
Gemiddeld zet een peuter zijn eerste losse stapjes rond 14 à 16 maanden. De leeftijd waarop een kind zelfstandig begint te lopen, verschilt enorm. Het is niet abnormaal als het peuter pas alleen loopt als het 18 maanden is.
Zelfstandig lopen vóór de eerste verjaardag is eerder een uitzondering.
In het begin heeft de baby/peuter een starre lichaamshouding. Het lopen van een baby/peuter wordt gekenmerkt door een ‘dribbelgang’. De baby/peuter waggelt wijdbeens met gebogen knieën.
De baby loopt met korte stapjes en kan nog niet stappen over hindernissen.
Wanneer een baby een tijd geoefend heeft met lopen en steeds beter zijn evenwicht kan bewaren, leert het ook een paar stapjes zijwaarts en achteruit te lopen, een bal vooruit te schoppen en aan een hand de trap op te lopen.
Een peuter (vanaf 18 maanden) ontwikkelt een beter evenwicht, wordt behendiger, leert rennen, op stoelen klimmen, op een loopfiets voortbewegen, op een driewieler rijden, met een bal spelen, springen. Een peuter tussen 18 – 24 maanden kan:
- Zelf in een laag stoeltje gaan zitten
- De trap op klimmen met hulp van de leuning
- Van een verhoging van 20 cm stappen
- Een bal vooruit schoppen
- Een aangespeelde ballon raken
Motorische ontwikkeling van uw baby – dreumes
Speelgoed voor de ontwikkeling van uw kind
De speelgoed-schijf van 5
Zorg als ouder voor een “goed” gevulde speelkast met voldoende variatie. Je kan hierbij de speelgoed-schijf van 5 als referentie nemen.
1. Creactief speelgoed
is bezig zijn met materialen, het eindresultaat is niet het belangrijkste, stimuleert de fantasie
Voorbeeld: knutselmateriaal (zoals karton)
2. Cognitief speelgoed
vraagt om nadenken, probleemoplossend spel. Voorbeeld: eenvoudige puzzels
3. Constructief speelgoed
is iets opbouwen, er wordt gewerkt volgens plan naar een einddoel. Voorbeeld: bouwblokken
4. Motorisch speelgoed
doet niet alleen beroep op de grove bewegingen, zoals het buitenspelen, maar ook op de fijne bewegingen en de oog-handcoördinatie. Voorbeeld: kleuren of tekenen
5. Sociaal speelgoed
vereist samenwerken of samenspelen. Vanaf de kleutertijd: gezelschapsspelletjes
Speelgoed kan passen in verschillende schijven. Een spelletje kan tot nadenken aanzetten, terwijl het samen gespeeld wordt en er veel beweging bij te pas komt.
Voldoende variatie
Het komt eropaan dat er variatie en keuze is. Als je het speelgoed ordelijk rangschikt, dan maak je het voor je kind makkelijker om te kiezen. Maar overdrijf niet in hoeveelheid. Veel beter is het om de speelgoedbakken regelmatig te vernieuwen en de keuzemogelijkheden overzichtelijk te houden. En let op: ook heel wat alledaagse gebruiksvoorwerpen kunnen zich omtoveren tot speelgoed.
Bron: “Schijf van vijf”: Marianne de Valck (2006). Het speelgoedboek, eerste hulp bij het kiezen van speelgoed
Werkwijze
Baby’s kunnen ook zonder verwijzing van de (huis)arts door de kinderfysiotherapeut worden onderzocht en, indien nodig, behandeld (dit wordt DTF genoemd: Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie)
De eerste 18 behandelingen worden volledig vergoed binnen de basisverzekering.
Onderzoek en behandeling van de allerkleinsten vindt vaak plaats in de thuissituatie. Dit is de omgeving waar uw baby zich het meest op zijn gemak voelt. Ouders kunnen de problemen die ze tegen komen ter plekke laten zien.
We observeren en onderzoeken de bewegingen van uw baby en beoordelen of de motoriek bij de leeftijd past. We vertellen u wat onze bevindingen zijn en stellen en behandelplan op, waarin we beschrijven wat we gaan doen en wat de behandeldoelen zijn. Bijvoorbeeld: met twee handen kunnen spelen, afname van de afplatting van het hoofd, gedurende 5 minuten op de buik kunnen spelen.
Binnen de behandeling staat uw baby of peuter centraal. U als ouder bent daar vanzelfsprekend nauw bij betrokken. In de thuissituatie laten we zien hoe het een en ander in het dagelijkse omgaan met het kind in te passen is. Ook geven we speladviezen zodat u thuis op een speelse manier de motorische mogelijkheden van uw kind kunt uitbreiden.
Sommige baby’s hebben bijvoorbeeld een sterke neiging om alleen naar links of naar rechts te kijken. We geven dan advies hoe u uw baby het beste op kunt pakken en in welke houdingen u uw kindje het beste neer kunt leggen waardoor u de voorkeurshouding positief beïnvloed.
Vanuit de basisverzekering worden de eerste 18 behandelingen volledig vergoed wanneer er sprake is van een niet-chronische indicatie. Afhankelijk van uw aanvullende verzekering kunnen meer behandelingen worden vergoed. Kijk voor de zekerheid uw polis na.
Er wordt 100% vergoed vanuit de basisverzekering wanneer er sprake is van een chronische indicatie. Dan is wel een verwijzing nodig. Wij hebben contracten met alle zorgverzekeraars
De praktijk is op werkdagen geopend van 8.00 – 18.00 uur en op woensdagavond van 19.00 – 21.00 uur.
Leren bewegen en de wereld ontdekken
Wij geven ook cursussen voor baby’s en a.s. ouders op maat
Selecteer een andere leeftijd