Peuters 2 – 4 jaar
Bewegen is voor een peuter bijzonder belangrijk. Door nadoen en eindeloos herhalen leert het zijn eigen mogelijkheden te ontdekken en daarmee groeit het zelfvertrouwen. Op jonge leeftijd is voldoende bewegingsmogelijkheid belangrijk voor de motorische ontwikkeling. Lees verder >
De motorische ontwikkeling wordt vaak onderverdeeld in grove motoriek en fijne motoriek. Lopen, fietsen en zwemmen vallen onder de grove motoriek. Bewegingen waar vaak meer concentratie voor nodig is, zoals knippen, schrijven of een kraaltje oppakken, behoren bij de fijne motoriek. De grove en fijne motoriek zijn nauw met elkaar verbonden. Kinderen moeten een aantal basisvoorwaarden beheersen, om bepaalde fijn-motorische taken zoals het schrijven goed uit kunnen voeren. Beheersing van het stilzitten (evenwicht) is bijvoorbeeld een voorwaarde om netjes te kunnen schrijven.
Op veel gebieden van de ontwikkeling heeft het jonge kind motorische vaardigheden nodig. Bij het ontdekken van de wereld is het noodzakelijk dat je kunt bewegen. Bij het onderzoeken van de wereld moeten kinderen dingen kunnen pakken en vasthouden. Kinderen zijn nieuwsgierig en willen tijdens deze zoektocht dingen betasten en verplaatsen. Ook de ontwikkeling van spraak en het uiten van emoties vraagt om motorische vaardigheden. De motorische ontwikkeling is dan ook nauw verbonden met de andere ontwikkelingsgebieden.
Als deze ontwikkeling goed verloopt, leert het kind een aantal begrippen en inzichten zoals, klein en groot, ver en dicht, boven en onder. Dit is van belang om straks goed te kunnen volgen in groep 1. Er is immers een samenhang tussen de motorische ontwikkeling en de ontwikkeling van het leren en denken. Door spelenderwijs te bewegen, maakt een peuter bovendien contact met andere kinderen en leert daardoor ook samen te spelen.
Als je kind 2 jaar is lijkt het lopen nog een beetje op waggelen. Bij 3 jaar lukt het beter om het evenwicht te bewaren en kunnen de meeste kinderen fietsen op een driewieler, even op 1 been staan, over een balk lopen, klimmen en springen van de onderste traptrede. Dit vraagt al veel behendigheid en spierkracht.
De fijne motoriek komt later tot ontwikkeling dan de grote bewegingen van romp, armen en benen. Peuters leren fijnere bewegingen te maken met handen en vingers. Het vasthouden van een potlood, bladzijden van een boek omslaan en een kraaltje rijgen gaan steeds beter.
Tussen 2 en 4 jaar leren kinderen zich aankleden en beginnen een beetje te tekenen, knippen en plakken. Bij sommige kinderen lukt dit allemaal niet en u merkt dat uw kind moeite heeft met zelfstandig worden.
Vraag het kinderfysio.nl
Staat er geen hulpvraag bij die voor uw kind van toepassing is, neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op!
Bel 013 – 570 40 20 of mail naar info@kinderfysio.nl
Hulpvragen
- Mijn kind valt veel, kan niet goed rennen
- Mijn kind stoot zich vaak en botst makkelijk ergens tegenaan
- Mijn kind doet niet mee in een groep
- Mijn kind heeft moeite met spelen met kleine materialen
- Mijn kind loopt veel op de tenen
- Het wegschoppen van een bal lukt nog niet
- Mijn kind kan niet goed klimmen en is angstig in de speeltuin
- Mijn kind springt nog niet van de onderste traptrede
- Mijn kind is snel moe, wil vaak gedragen worden en houdt een wandeling niet vol
- Mijn kind klaagt over pijnlijke voeten, knieën
Specifieke behandelindicaties bij peuters
Een trage of moeizame motorische ontwikkeling
Zuiver motorisch of als onderdeel van een algehele achterstand of syndroom
Extreem voorzichtig en/of angst voor bewegen
Prikkelverwerking / Sensorische Integratie SI
Sensorische Integratie (SI) therapie/ sensorische informatieverwerking heeft als doel prikkels, die vanuit de zintuigen bij ons binnenkomen, op een betekenisvolle manier te verwerken en te gebruiken.
Zintuigen ontvangen informatie vanuit de omgeving en ons lichaam.
SI therapie biedt het kind en mensen in zijn omgeving zicht op hoe het kind omgaat met waarnemen en verwerken van informatie, wat hierop van invloed is en wat het kind nodig heeft om op een adequate manier te reageren. Dit is nodig om te kunnen bewegen, spelen en leren.
Lees verder > www.nssi.nl
Orthopedische of neurologische
beperking
Klompvoetje, heupdysplasie, syndroom van Down, Erbse parese, spierziekte, spasticiteit
Hypermobiliteit
Valt en struikelt veel, heeft een afwijkende stand van voeten en/of benen (afwijkend looppatroon)
Sensomotorische ontwikkeling
Heeft moeite met spelen en gebruikt speelgoed niet goed, moeite met het verwerken van het horen, zien, voelen, plannen en organiseren (prikkelverwerking)
Conditie en krachtproblemen
Kan loopafstand niet volhouden, heeft pijn bij bewegen
Tenenlopen / Tenengang
Tenenloop of tenengang is een looppatroon waarbij kinderen niet de gehele voet gebruiken tijdens het lopen, maar alleen hun tenen. Bij jonge kinderen die net beginnen met leren lopen is het normaal dat ze op de tenen lopen. Normaal verdwijnt dit rond 3-jarige leeftijd.
Lees verder >
Daarnaast wordt tenengang vaak gezien bij kinderen met gedragsstoornissen, zoals stoornissen in het autistiforme spectrum en bij taal- en communicatiestoornissen.
Bij sommige kinderen is echter geen oorzaak voor het ontstaan van of persisteren in tenengang vast te stellen.
Klachten en Hulpvragen
-
- Pijnklachten in de voeten, enkels of onderbenen (vaak na inspanning)
- Een onhandige motoriek. Dit komt doordat de kinderen een smaller contact hebben met de vloer, waardoor ze meer hun balans moeten bewaren. Dit kan ertoe leiden dat de kinderen vaker struikelen en vallen dan leeftijdsgenoten
- Ernstige beperkingen in de enkels op latere leeftijd
- Nadelige sociale gevolgen (gepest worden)
- Pijnklachten in de voeten, enkels of onderbenen (vaak na inspanning)
Behandeling door Kinderfysiotherapie
De kinderfysiotherapeut kan een analyse maken van het looppatroon en beoordelen wat de oorzaak van de tegenloop is.
De behandeling bestaat uit oefeningen en adviezen gericht op:
-
- Het aanleren van een looppatroon passend bij de leeftijd van het kind
- Het verbeteren van de balansfunctie en onhandigheid (mindervaliden, struikelen)
- Het langzaam oprekken van de achillespezen
- Sport en spel
- Zintuiglijke prikkelverwerking
- Het aanleren van een looppatroon passend bij de leeftijd van het kind
Er zijn verschillende oorzaken voor tenenlopen
-
- Tenenloop als gewoonte, deze kinderen vinden het fijn om zo te lopen
- De tenengang is een normale fase in de vroege ontwikkeling van het gangpatroon en behoort tot de normale variatie in het motorisch ontwikkelingsprofiel
- De tenengang wordt veroorzaakt door vroegtijdige verticalisatie, zoals gezien bij het gebruik van een loopstoeltje
- Tenenloop als gewoonte, deze kinderen vinden het fijn om zo te lopen
-
- Korte achillespezen, de pezen zijn te kort aangelegd waardoor op platte voeten staan niet mogelijk is
- Hoge spierspanning (spasticiteit)
- Spierziekte, door op de tenen te lopen worden zwakke bekkenspieren gecompenseerd
- Aandoening van de zenuwen, waardoor de spieren op een afwijkende manier worden aangestuurd
- Afwijking van de gewrichten
- Bij sommige kinderen is echter geen oorzaak voor het ontstaan van tenengang vast te stellen. Deze vorm wordt beschreven als ‘idiomatische tenengang’ (ook wel ‘habituele tenengang’ genoemd)
- Gedragsstoornissen, zoals stoornissen in het autistiforme spectrum en bij taal- en communicatiestoornissen
- Zintuiglijke prikkelverwerkingsproblemen
- Korte achillespezen, de pezen zijn te kort aangelegd waardoor op platte voeten staan niet mogelijk is
Werkwijze
Kinderen kunnen zonder verwijzing van de (huis)arts door de kinderfysiotherapeut worden onderzocht en, indien nodig, behandeld (dit wordt DTF genoemd: Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie.)
De eerste 18 behandelingen worden volledig vergoed binnen de basisverzekering.
Kinderen observeren, onderzoeken en behandelen we in de praktijk. Daar hebben we een uitgebreid assortiment spelmateriaal, welke speciaal voor kinderen van deze leeftijd ontwikkeld is.
Wanneer u de eerste keer met uw kind bij ons komt, stellen we meer uitgebreide vragen over de problemen die u met uw kind ervaart. We vragen naar de zwangerschapsperiode, de bevalling en naar hoe de start van uw kind als baby geweest is. Ook vragen we naar de (motorische) ontwikkeling van uw kind tot nu toe.
Daarna observeren en onderzoeken we het bewegen van uw kind. Dit observeren gaat spelenderwijs. We dagen uw kind uit met spelmateriaal waardoor het alle motoriek laat zien die we nodig hebben om inzicht te kunnen krijgen in het bewegen en het bewegingsprobleem van uw kind. Als het nodig is, doen we nader onderzoek naar bijvoorbeeld de beweeglijkheid en spierkracht. Met behulp van een motorische test kunnen we beoordelen of de motoriek van uw kind past bij zijn leeftijd.
Soms is advies en voorlichting voldoende. Indien kinderfysiotherapeutische begeleiding nodig is, maken we een stappenplan waarin we beschrijven wat we gaan doen en wat de behandeldoelen zijn. Dat kan bijvoorbeeld zijn: niet meer struikelen en vallen tijdens het lopen of met twee handen kunnen gooien en vangen.
Binnen de behandeling staat uw kind centraal. U als ouder bent daar vanzelfsprekend nauw bij betrokken. Met behulp van passend spelmateriaal leren we uw kind hoe het zijn motorische mogelijkheden kan vergroten.
We geven u praktische adviezen die u kunt gebruiken tijdens de dagelijkse verzorging van uw kind en bij dagelijkse activiteiten. Ook geven we speladviezen, waarmee u de motoriek van uw kind spelenderwijs kunt beïnvloeden en stimuleren.
Vanuit de basisverzekering worden de eerste 18 behandelingen volledig vergoed wanneer er sprake is van een niet-chronische indicatie. Afhankelijk van uw aanvullende verzekering kunnen meer behandelingen worden vergoed. Kijk voor de zekerheid uw polis na.
Er wordt 100% vergoed wanneer er sprake is van een chronische indicatie. Dan is wel een verwijzing nodig. Wij hebben contracten met alle zorgverzekeraars.
De praktijk is op werkdagen geopend van 8.00 – 18.00 uur en op woensdagavond van 19.00 – 21.00 uur.
Mini’s ervaren op speelse wijze het plezier in bewegen
Wij geven ook een cursus voor Mini’s
Selecteer een andere leeftijd